Hoada - Olifantsrus (Etosha NP): wauw!!!

21 juli 2018 - Olifantsrus, Namibië

De kale feiten:

·       Hoada > Olifantsrus: 210 km

·       Camping: Olifantsrus (Etosha NP)

·       Wild: jakhals, 8 giraffen, impala’s, kudu, zebra’s, gemsbokken, springbokken, struisvogel, gnoes/wildebeesten, 9 mannetjesolifanten, red hartebeesten

’s Nachts is het voor het eerst echt koud en slapen Martijn en ik slecht. Puk lijkt nergens last van te hebben en knarsetandt lekker verder in haar slaap. De kou heeft als voordeel dat we bijtijds wakker zijn. Nog in de daktent horen we weer gemiauw en jahoor, onder de ladder zit een kat die verdacht veel op een Afrikaanse wilde kat lijkt. Het beest gaat echter niet weg en ik besluit maar naar beneden te gaan. Pas als ik op de grond sta, kan ik zijn rug goed bekijken. De streep is maar heel licht, het beestje is tam en totaal niet agressief, dus waarschijnlijk geen wilde kat, maar een kleinkind daarvan. De kat houdt ons gezelschap (in de hoop dat we hem wat te eten geven), totdat we de auto starten en eindelijk op weg gaan naar Etosha!

Huiskat in de bush

Het is nog geen acht uur als we al op de weg zitten. Binnen de kortste keren zien we een jakhals (die natuurlijk niet wil poseren voor mijn camera) en olifantsporen op de weg. Even later denken we de olifanten die bij de sporen horen in de verte te zien, maar het zijn helaas weer eens koeien… Vlak daarna gelukkig wel een echte giraf. Hoe bijzonder is het iedere keer om die vorm ineens in de bosjes te herkennen!

Welke kant gaan de olifantsporen op?

In Kamanjab, voorlopig de laatste ‘grote’ plaats, slaan we boodschappen in voor de zes dagen Etosha. Helaas is er alleen een kleine buurtsuper, dus onze voorraad voor de komende week is karig. Als we dit van tevoren hadden geweten, hadden we in Walvisbaai veel meer crackers, rijstwafels, soep en andere langhoudbare dingen gekocht. Het pinnen in Kamanjab lukt niet, dus onze geldvoorraad voor de komende zes dagen is ook beperkt. Hopelijk kunnen we het één en ander met pin of creditcard betalen. De campings heb ik gelukkig al vanuit Nederland betaald!

Het nationale park Etosha is één van de grootste, beschermde natuurgebieden in zuidelijk Afrika en één van de beste plekken om wild te spotten. Er bevinden zich vele waterpoelen, waar al het wild, vooral in de winter (wat het nu is) naartoe trekt. Alle beloftes over het park maken zich al snel waar. Nog geen tien minuten in Etosha en we zien zes giraffen en even later een grote groep impala’s. In het begin moeten we ons boekje er nog bij pakken om de verschillende antilopesoorten te onderscheiden, maar al snel herkennen we ze binnen een seconde.

Onze eerste impala's     Impala

Bij de eerste waterpoel zien we dan eindelijk onze eerste zebra’s. Eén loopt met een klein veulentje, dus Puk zit te smelten op de achterbank (terwijl ze intussen voor de derde of vierde keer luistert naar Jochem Myjer die De Gorgels voorleest). Eenmaal weer op pad stoppen we bij iedere zebra, maar al snel komen we erachter dat dit een ondoenlijke zaak is. Het is duidelijk dat zebra's niet met uitsterven worden bedreigd... Bij andere waterpoelen zien we volop springbokken, gemsbokken, gnoes en struisvogels. Vooral de gemsbokken vinden we prachtig, met hun grote hoorns en de zwart-witte tekening op hun kop. Een grote kudde zebra’s en gnoes trekt van een waterpoel richting de weg. Snel rijden we ernaartoe, zodat we ze net op tijd zien oversteken. Indrukwekkend! Even later zien we op een open plek langs de weg wel vijf soorten dieren bij elkaar, waarvan de red hartebeesten een nieuwe soort voor ons zijn. 

Hartmanns bergzebra's     Perfecte strepen

Zebra's en gnoes zijn vaak samen te zien     Gemsbokken, gnoes, zebra's en hartebeesten

Rond lunchtijd arriveren we bij Olifantsrus, de camping. Eén van de eerste dingen die opvalt, is een groot, wit gevaarte met een soort haak eraan. Het blijkt een hulpmiddel te zijn voor het slachten van olifanten, dat zo'n dertig jaar geleden in gebruik was. De mensen dachten toen dat de opkomende olifantenpopulatie slecht was voor de biodiversiteit en hebben zo'n 500 olifanten gedood en met behulp van dat witte gevaarte geslacht. Luguber...

Olifantenabbatoir     Olifantenschedels

De camping is niet veel aan, maar het gaat dan ook vooral om de waterpoel die ernaast ligt. De hekken van het kamp zijn tussen zonsondergang en –opgang gesloten, omdat je dan niet meer het park in mag, maar bij de waterpoel kun je dag en nacht terecht. Na het eten lopen we de loopbrug over naar het uitkijkpunt en installeren we ons voor een paar uurtjes geduld hebben en hopelijk veel wild spotten. Al snel zien we heel in de verte, door de verrekijker, giraffen en olifanten. Met het blote oog zijn ze niet te zien. De giraffen zijn binnen de kortste keren verdwenen, maar de vier olifanten komen langzaam maar zeker onze kant op. Pas als het bijna donker is, arriveren ze bij de waterpoel, om daar uitgebreid hun dorst te lessen. Wat een geluid maakt dat, zeg! Na flink wat liters water drinken, nemen ze een uitgebreid modderbad en verdwijnen ze weer in de wildernis. Later op de avond gaan we nog een keer terug naar de waterpoel en staan er vijf ‘nieuwe’ olifanten. Wat een machtige beesten! Twee olifanten vechten (stoeien?) en je hoort de slagtanden tegen elkaar opbotsen.

Afrikaanse olifanten in aantocht...     Er komen olifanten aan!

Na meer dan een uur wachten, zijn ze er eindelijk!     Onze eerste Afrikaanse olifant

En dan is het bedtijd voor Puk. Ze ziet er weer uit als een halve Himba, lekker roodbruin gekleurd door al het zand. Gelukkig is er vandaag warm water om mee te wassen!

Onze halve Himba

Foto’s